Dyslexie, Dyscalculie en TOS
Dyslexie, Dyscalculie en TOS zijn drie verwante stoornissen die te maken hebben met het niet automatisch koppelen van gegeven door de hersenen. De hersenen bezitten gebieden die automatisch symbolen aan klanken koppelen, woorden aan betekenis, hoeveelheid aan symbolen en woorden. De meeste van deze gebieden zitten aan de linkerkant van ons brein. Bij een aantal mensen worden deze gebieden niet goed aangelegd, dat is genetisch bepaald en heeft niets met de opvoeding of het onderwijs te maken. Daarnaast maakt het uit met welke hersenhelft je primair denkt of deze gebieden gemakkelijk toegankelijk zijn maar dit heeft niets met het wel of niet goed functioneren van dit gebied te maken. Dyslexie, dyscalculie en TOS (taalontwikkelingsstoornis) hebben dus allemaal een soortgelijke oorsprong die afzonderlijk en tegelijkertijd voor kunnen komen.

Wat is Dyslexie
De bekendste van de drie is dyslexie. Moeite hebben met lezen. Er zijn boeken en cursussen die beweren dat alle beelddenkers dyslexie hebben. Die gaan compleet voorbij aan het feit dat beelddenken een manier van denken is waarbij je voornamelijk je rechterhersenhelft gebruikt en dus minder gebruik maakt van de hersengebieden die zich aan de linkerkant van het brein bevinden. Dat kan wel dezelfde symptomen en problemen veroorzaken maar is geen dyslexie.
Drie taalgebieden
In je linkerhersenhelft zitten drie gebieden die taal verwerken:
1: Het gebied van Broca: dit verwerkt en analyseert klanken en woorden
2: Het gebied van Wernicke: dit verwerkt de fonologische gegevens, dus welke afzonderlijke klanken je hoort
3: Het woordvormgebied: dit maakt van klanken en symbolen woorden.
Als je dyslexie hebt werkt een of meerdere van deze gebieden minder goed. Leren lezen gaat dan niet automatisch.
Dan wordt het moeilijk om van letters klanken te maken, de koppeling tussen een symbool en een klank te maken of om de woorden weer te vormen. De wetenschap is erover eens dat mensen met dyslexie meer gebruik maken van hun rechterhersenhelft. Maar dat wil niet zeggen dat alle beelddenkers dyslexie hebben. Pas als er een duidelijke verstoring is in het vormen van woorden van letters of de klank-letterkoppeling blijft verstoord dan heb je echt dyslexie.
Als je al die losse letters niet automatisch aan een woord koppelt, het woordbeeld niet herkend dan ontgaat al snel de betekenis van het woord. Lezen gaat voor een groot deel op herkennen van woordbeelden. Als we dat niet zouden doen dan zouden lange woorden onmogelijk zijn om te begrijpen en uit te spreken. Voor mensen met dyslexie blijft dat een struikelblok omdat die automatische koppeling niet tot stand komt en ze dus steeds weer moeten beredeneren welk woord er staat. Omdat ze dan maar niet gaan lezen komen ze de juiste woordbeelden ook niet zo vaak tegen waardoor ze steeds verder achterlopen.
Als je alleen maar bezig bent met het ontcijferen van de woorden ontgaat ze vaak de bedoeling van het verhaal. Begrijpend lezen wordt dan lastig omdat die losse woorden geen complete zin vormen en je er dus geen beeld bij krijgt wat er gaat geburen. Om te begrijpen wat je leest heeft je hoofd een bepaald tempo nodig, anders blijft het hangen in losse beelden zonder samenhang. Ze hebben moeite om iets terug te zoeken in een tekst omdat ze niet op woorden kunnen scannen.
Wat kan helpen?
• Luisteren. Heel veel mensen met dyslexie, maar ook beelddenkers, kunnen wel goed gesproken taal begrijpen. Die koppeling zit in een ander hersengebied en functioneert meestal wel prima.
• Extra tijd. Mensen met een dyslexieverklaring krijgen extra tijd. Die extra tijd hebben ze hard nodig om te compenseren voor hun langzame lezen.

Wat is Dyscalculie
Dyscalculie betekent dat je moeite hebt met rekenen. Net als bij dyslexie is er een hersengebied dat niet zo goed functioneert, in dit geval het gebied dat de hoeveelheden kan schatten en de koppeling legt tussen hoeveelheid en symbool. Hier wordt minder snel de link gelegd met beelddenken dan dat bij dyslexie gedaan wordt. En toch is er wel degelijk een overeenkomst te vinden. Veel beelddenkers hebben niet automatisch door dat een getal aan een hoeveelheid gekoppeld is. Die koppeling moeten ze eerst bewust begrijpen. Veel beelddenkers maken zelf uiteindelijk die koppeling maar een groot aantal ook niet. Die leren veel bewerkingen uit hun hoofd en komen er lange tijd mee weg. Simpelweg omdat ze nooit de link gelegd hebben tussen een aantal en het symbool. Voor taaldenkers is dit zo vanzelfsprekend dat het in groep 3 eigenlijk niet uitgelegd wordt. Er wordt gewoon vanuit gegaan dat kinderen dit vanzelf oppikken. Er wordt zelfs met blokjes gewerkt maar zelfs dan hoeft het niet duidelijk te zijn dat die 3 voor die drie blokjes staan. Naast het begrip van hoeveelheid heb je bij dyscalculie ook problemen met het plannen van dingen (volgorde) je kan getallen traag benoemen en je hebt een beperkt korte termijn geheugen. Ook laat je werkgeheugen te wensen over. Dat zijn allemaal dingen die je met het rekenen nodig hebt. Door te blijven beredeneren en trucjes te leren kan het rekenen vaak toch behoorlijk op gang komen. Goed genoeg om in het dagelijks leven te functioneren.

Wat is TOS
We blijven in dezelfde setting als we het hebben over mensen met een taalontwikkelingsstoornis. Dit heeft ook weinig specifieke raakvlakken met beelddenken maar is, net als dyslexie en dyscalculie, wel een stoornis waar je als kind last van kan hebben. En als je volwassen bent nog steeds, dat geldt voor alle drie. Je hersenen zijn heel flexibel en kunnen veel leren maar als bepaalde specifieke taken tijdens je ontwikkeling niet goed zijn aangelegd blijft het wel altijd je zwakke punt. Voor mensen met een TOS geldt ook nog eens dat de sociaal -emotionele ontwikkeling vaak langzamer verloopt waardoor je niet voldoet aan de verwachtingen van je collega’s, familie en vrienden. Dat is best lastig.

Beelddenkers, Als kwartjes vallen...
Hoe kan het dat zo veel kinderen met een enorme potentie niet meekomen in het onderwijs? Dat ze vastlopen, onderpresteren of – in het ergste geval – ziek en gefrustreerd helemaal niet meer naar school gaan?
Natasja Esmeijer, zelf moeder van twee beelddenkers, verdiepte zich in de grote verschillen tussen kinderen met een dominante linkerhersenhelft en met een dominante rechterhersenhelft. Ze brengt in dit boek, op toegankelijke wijze, recent wetenschappelijke onderzoek hierover bijeen. Aangevuld met adviezen en oefeningen voor zowel ouders als leerkrachten, vormt het een compleet naslagwerk voor iedereen die beelddenkers beter wil begrijpen. Of, zoals Natasja standaard terugkrijgt van haar klanten: “Nu valt het kwartje!”
Dit boek is ook geschikt voor volwassenen om meer over zichzelf te weten te komen. Een beelddenker ben je en dat blijf je, je hele leven lang!
Met QR-code om het boek te luisteren.

Allergisch voor Moeten
"Allergisch voor moeten". Hét handboek voor beelddenkende jongeren zodat jij jezelf beter kunt leren begrijpen en je stand kunt houden in het (niet passende) onderwijssysteem. Met heel veel kennis over het brein, waarom gaat het dan anders, over neurodiversiteiten, schooltrauma, autisme, dyslexie, heel veel beelddenken, maar ook : hoe denken die taaldenkers dan, thuiszitters, hooggevoeligheid, hoogbegaafdheid, ons geheugen, getalsystemen, hoe kun je wel lezen, hoe maak ik een werkstuk, hoe leer ik die Franse woordjes zodat ze wel blijven hangen. Allemaal vragen die je nu misschien nog niet eens hebt. Je kan het boek nu alvast bestellen en dan krijg je hem opgestuurd zodra het binnen is. Natuurlijk is het boek voorzien van een luisterversie.

Gratis minicursus BEELDDENKEN
Wil je alvast wat inspiratie opdoen? Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis minicursus BEELDDENKEN.
Samen maken we het verschil