Genderdiversiteit
Neurodiversiteit strekt zich uit over vele facetten. Beelddenken en taaldenken, hooggevoeligheid, hoogbegaafdheid maar ook stoornissen als dyslexie en autisme zijn allemaal gevolgen van een anders werkend brein. Toen ik vroeger jong was waren mensen met een andere huidskleur eng en ongewenst. In deze tijd is dat redelijk geaccepteerd omdat we er veel mee geconfronteerd worden en we inmiddels doorhebben dat mensen met een andere huidskleur er dan misschien wel een beetje anders uitzien maar van binnen eigenlijk precies hetzelfde zijn. Niks om bang voor te worden dus. In deze tijd komt LHBTIQA+ veel in het nieuws. Voor mij valt dit ook onder een neurodiversiteit. Wil je precies weten hoe het in elkaar steekt: Ik leg het precies uit in het nieuwe boek dat ik aan het schrijven ben. Nog even geduld dus. Maar dat deze mensen geen stoornis hebben, geen ziekte hebben en zeker niet eng zijn is wel duidelijk. De nieuwe generatie doet er al lang niet meer zo moeilijk over. Ik zie heel veel begrip en tolerantie ontstaan op middelbare scholen mits er normaal en open over gedaan wordt. Dan merk je dat dit gewoon een neurodiversiteit is die altijd al bestaan heeft en gewoon uit je genen en uit de hormoonhuishouding in de baarmoeder komt. Niks geks en raars aan. Hieronder leg ik kort uit wat de verschillende pootjes van de LHBTIQA+ betekenen.
Er is geen direct verband met beelddenken maar ik vind het zo belangrijk dat deze kinderen en jongeren ook gezien worden voor wie ze zijn dat daar de paralellen groot genoeg zijn om ze hier een platform te geven. Natuurlijk kan iemand die homo is prima een beelddenker zijn. Dat staat los van elkaar, net als iemand met autisme niet automatisch een taaldenker is.
Geslacht J/M/I
Als eerste kun je natuurlijk aan de buitenkant zien of je een jongen of een meisje bent. Dit noemen we het geslacht. Als jongen heb je een penis, een balzak en testikels. Verder groeien er geen borsten. Voor meiden betekent dat dat je een vagina hebt en een baarmoeder met eierstokken. Daarnaast groeien je borsten wel. Bij de een groter dan bij de ander. Of je een jongen of meisje bent wordt bepaald door het Y-chromosoom dat je wel of niet van je vader krijgt. Er is een klein aantal mensen (1 op de 2000) (allesoverseks.be) met een onduidelijk geslacht, deze mensen noemen we interseks. Soms zie je dat aan de buitenkant, bijvoorbeeld dat iemand een penis èn borsten heeft. Het kan ook alleen aan de binnenkant anders in elkaar zitten. Dan kan het zomaar zijn dat je het zelf niet weet maar erachter komt als je als meisje niet ongesteld wordt. Dat je bijvoorbeeld testikels en eierstokken hebt. Het geeft dan ook voornamelijk problemen met de vruchtbaarheid. Vaak komt het gender (dus hoe je je voelt) overeen met de duidelijkst aanwezige uiterlijke geslachtskenmerken omdat die ervoor zorgen dat er veel of weinig testosteron aangemaakt wordt, wat er dan weer voor zorgt dat je je een jongen of meisje voelt.
Transgender/ genderneutraal (T/G)
Als persoon heb je een genderidentiteit wat wil zeggen dat je voelt dat je een jongen bent of dat je een meisje bent. Als meisje ben je vaak zorgzaam en gevoelig als jongen vaak veel agressiever en directer. Maar het gaat nog verder dan dat. Het is ook het gevoel dat je graag een jurk draagt, of make-up op wil doen. Wat je belangrijk vindt en waar je interesses liggen. Dat gevoel staat dus los van het feit dat jouw lijf een jongen of meisjeslijf is. Omdat dat gevoel en de aanleg van je lijf bepaald wordt door hormonen tijdens de ontwikkeling in de buik van je moeder, komen je lijf en je identiteit vaak overeen, maar dus niet altijd. Als je het een bent en het ander voelt dan ben je transgender. Genderneutrale mensen voelen zich geen jongen en geen meisje en hebben dus geen duidelijke genderidentificatie en zijn dus ook een aparte groep.
Seksuele geaardheid (Homo/Lesbisch/Biseksueel/Aseksueel)
Naast genderidentiteit heb je ook nog je seksuele geaardheid. Dat is het fenomeen dat je je aangetrokken voelt (houdt van) jongens of meisjes. In de meeste gevallen voel je je aangetrokken tot mensen van het andere geslacht. Bij sommige mensen is dat niet het geval. Ook dit heeft te maken met hormonen tijdens de zwangerschap. Het is dus geen ziekte maar is bepaald in je genen en door (hormonale) omstandigheden in de baarmoeder.
Q+
Q+
Nu hebben we alle letters van de paraplu (zo noemen ze dat) gehad behalve de Q en de plus. Deze twee symbolen staan voor alle mensen die of op iedereen vallen of van zichzelf niet willen weten wat ze zijn, omdat het ze niet uitmaakt.
Als ik met jongeren praat die binnen deze bonte paraplu van genderdiversiteit vallen, valt mij op dat ze vooral geïnteresseerd zijn in de mens achter het geslacht. Het maakt ze niet uit wat iemand is maar wie en hoe. En dat vind ik een hele mooie gedachte. Iedereen is gewoon zichzelf en daar kun je ook verliefd op worden en van houden. Wat voor naam we er ook aan geven.