Dominantiepatronen
Dominantiepatronen zijn er in 32 verschillende smaken. Iedereen heeft wel een hand waar hij of zij het liefst mee schrijft. Dit noemen we je dominante hand. Verder weten we ook nog dat je een favoriet been hebt om mee te voetballen, dat is je dominantie voet. Maar wat is nu je dominantie oor of oog? Of je hersenhelft? Alles waar je er twee van hebt in je lichaam heeft een dominante kant. Als alles in balans is dan heeft een persoon met een linker dominante hersenhelft een rechter hand, voet, oog en oor die dominant zijn. Dit komt omdat onze hersenen kruislings ons lichaam aansturen.
Wat nu als het dominantiepatroon niet klopt? Stel je hebt een dominante rechterhersenhelft en een links oog en een rechter hand. Alles wat je oog ziet komt in de juiste rechterhersenhelft binnen. Vervolgens moet deze hersenhelft aan de verkeerde hand de informatie doorsturen. Dit gaat via een omweg. Deze persoon zal hierdoor op z’n minst “onhandig” zijn.
Zo zijn er dus 32 combinaties mogelijk, voor de mensen met een rechter dominante hersenhelft meestal met leerproblemen tot gevolg omdat er uitgegaan wordt van maar 1 dominantiepatroon: dat van het linkse brein met alle zintuigen rechts..
Richtingsmoeilijkheden
Je dominantiepatroon bepaald welke kant jij op wil lezen of schrijven. De linkerhersenhelft, rechter oog en rechterhand willen van nature van links naar rechts werken. Dit is ook onze gangbare schrijf- en leesrichting. De rechterhersenhelft, linkeroog en linkerhand willen van nature van rechts naar links werken. Dit is tegengesteld aan wat wij doen en leren op school. Hierdoor kunnen sommige kinderen in de problemen komen. De meeste beelddenkers (rechterhersenhelft) denken dus van nature “de verkeerde kant op”. Dit is een van de redenen waardoor zij heel lang de letters en cijfers nog blijven omdraaien. Soms schrijven ze zelfs compleet in spiegelbeeld.
Voor jonge kinderen (tot maximaal 8 jaar) hoort dit bij de normale ontwikkeling maar als het na groep 4 nog gebeurt dan ligt de oorzaak in de natuurlijke schrijfrichting die van rechts naar links loopt.
Richtingsmoeilijkheden kunnen in heel veel leergebieden doorwerken.
Woorden worden van achter naar voren gelezen zodat de letters gehusseld worden.
Woorden worden in spiegelbeeld geschreven (vaak alleen bij jonge kinderen) bij oudere kinderen worden de 3 en de c in spiegelbeeld geschreven. Of de b en de d door elkaar gehaald. De eu en ui worden steeds verkeerd geschreven.
Cijfers worden verkeerd om geschreven. 42 wordt 24.
Klokkijken is lastig omdat de wijzerplaat gespiegeld wordt.
Als een goed uitgerekend antwoord verkeerd gerekend wordt omdat de juf niet in de gaten heeft dat jij het antwoord andersom hebt opgeschreven, dan snap jij niet dat de leerkracht niet in de gaten had dat jij het wel goed had uitgerekend. Dus denk je dat je antwoord fout is. Maar hoe moet je dan de som uitrekenen? Als je toch al gevoelig bent, en een groot rechtvaardigheidsgevoel hebt dan heeft een klein foutje grote gevolgen.
Door inzicht in de werkrichtingsproblemen kan er veel begrip gekweekt worden, zowel bij de leerkracht als het kind, en kan er een begin worden gemaakt met de oplossing. Bijvoorbeeld door een pijl op de werkbank te zetten. Maar ook door geen rode streep oor het antwoord te zetten maar aan te geven dat het antwoord andersom opgeschreven moet worden. Ook de leerkracht zal even moeten nadenken met het nakijken van de sommen.
Daarnaast kunnen er gerichte oefeningen gedaan worden om deze moeilijkheden de baas te worden.
Mocht U meer willen weten neem dan gerust contact op. Tijdens de intake wordt er altijd bepaald wat het dominantieprofiel is en wat de natuurlijke werkrichting is.



Gratis minicursus BEELDDENKEN
Wil je alvast wat inspiratie opdoen? Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis minicursus BEELDDENKEN.
Samen maken we het verschil